Dag 3 alweer van ons korte vakantietripje. We zijn vandaag met de bus naar de Patscherkofelbahn gereden. De halte van de bus was hier om de hoek, dus we hoefden daar in ieder geval niet ver voor te lopen. Kan ook te gek worden he, om twee dagen achter elkaar ver te moeten lopen, dus dit was wel onze stijl, bushalte om de hoek. Er stapten al diverse mensen in met complete skiuitrusting, inclusief de lompe schoenen die ze tijdens het skiën aanhebben. Het is best een grappig gezicht dat je hier midden in de stad mensen met ski’s en snowboards ziet lopen of bij de haltes ziet staan. Dat zijn wij in Amsterdam niet gewend. Zou ook een beetje vreemd staan als ze in Amsterdam zo rondlopen, waar zouden ze dan in godsnaam met skiuitrusting en al naar toe gaan? De konijnenheuvel in het Amsterdam is de hoogste berg die wij kunnen verzinnen.
Hier gingen al deze mensen naar dezelfde ski pistes als wij, en wij wisten echt niet waar we eigenlijk naar toe gingen, dus vonden we het wel wijs om die mensen dan maar te volgen. En dat was goed bedacht van ons, want nadat we een half uurtje in de bus hadden gezeten, kwamen dus aan bij de Pascherkofelbahn (wat een kut woord om te tikken), op 1000 meter hoogte, waar het gezellig druk was met allemaal mensen en kinderen in skiuitrusting. Beneden vlakbij de ingang van de gondel was een skischooltje voor kinderen. Wat een geweldig gezicht, al die kinderen die denk ik net konden lopen maar wel al van de kinderpiste af zoefden. Vol bewondering zijn we daar even blijven staan, het was ook echt zo koddig om te zien.
Uiteindelijk gingen we toch weer de berg op, in de gondel uiteraard, en stegen wij naar 2250 meter waar we vanuit het terras een geweldig mooi uitzicht hadden op de bergen en pistes en de skiënde helden. Ik besef dan dat ik veel eerder had willen leren skiën en dat ik lichtelijk jaloers ben als je die mensen zo ziet genieten. Het lijkt ook zo gemakkelijk als je die mensen zo sierlijk naar beneden ziet glijden. Toch denk ik ook dat ik er niet voor gemaakt ben. Als je ziet hoe die mensen met gebogen knieën van de ene kant naar de andere bewegen, bij mij zouden mijn onderbenen afbreken ter hoogte van mijn knieën.
Al met al zaten we daar boven met een heerlijk zonnetje erbij prima op ons terras. Geheel volgens onze wintersport traditie natuurlijk met een drankje en wat te eten, want je moet tijdens de wintersport ook wel goed opletten dat je genoeg koolhydraten tot je neemt. We hebben het daarboven toch wel een paar uur uitgehouden, maar naarmate de zon wat begon te zakken nam de kou ook wat meer de overhand. We waren ook niet verbaast toen we vlak voor we met de gondel weer afdaalden een ijsbeer langs zagen sjouwen met een blok hout op zijn schouder voor zijn openhaard. Een goed teken om de Alpenhoogte te verlaten en weer wat af te dalen richting zeeniveau.
We hadden besloten dat we beneden bij de skischool voor kids ook nog op het terras wat zouden gaan nuttigen en daarbij het uitzicht op de kleintjes te hebben. Zogezegd zo gedaan, met een klein karafje wijn en Rich aan de koffie hebben we zitten genieten van alles en iedereen wat beweegt. Tot we op een gegeven moment beide het idee hadden dat als we nog langer zouden blijven dat onze tenen los in onze schoenen zouden liggen als we die schoenen uit zouden trekken. De alpenkou werd deze stadsmensen toch iets te veel van het goede, en enigszins verstijfd door de kou zijn we richting de bus gestrompeld die ons weer terug naar de bewoonde wereld moest brengen.
Inmiddels zijn we weer opgewarmd en zien onze tenen er weer gezond rossig uit. We gaan straks nog ff een stuk lopen in de stad, ik denk zo’n meter of 400, naar het gezellige restaurantje waar we gisteravond ook zo lekker hebben gegeten. En dan zit deze dag er ook weer op, want als we na het eten weer in het hotel zitten dan merken we beiden dat wintersportvakantie echt wel een inspannende bezigheid is en dat ik al een beetje een oudwijf begin te worden, en dat zelfs Rich voelt dat hij ook geen jonge god meer is. Gruss Gott