X
    Categories: blog

Tienertoer

Vier weken geleden heb ik een nieuwe laptop gekocht, want blogs schrijven op een Ipad is niet echt handig. Bij het leeghalen van de Ipad vond ik nog een verhaal, wat ik nog niet helemaal af had. Bij het lezen zagen manlief en ik het weer helemaal voor ons, en lagen we zelf weer helemaal dubbel van het lachen. Daarom dit verhaal uit de oude doos in een nieuw jasje.

Juli 2014
Vorige week kwam manlief op het geweldige idee om een dagje te gaan treinen in onze vrije kidsloze week. We hadden wel zin om naar Maastricht te treinen en dan daar een vers stukje vlaai te eten. Handig als manlief is, had hij twee kaarten op internet gescoord die wij konden gebruiken als wij daadwerkelijk naar Maastricht en Valkenburg zouden afreizen, om daar verse heerlijke Limburgse vlaai te eten, het liefste met een mooi strak zonnetje. Een week later brachten wij de kids naar hun vader, en begon na drie weken de kids vermaakt te hebben onze kidsloze week. Wij brachten die week een paar dagen door op de Albert Cuyp in Amsterdam, mijn schoonouders zouden naar hun huisje in Vinkeveen gaan. Ze waren nog thuis toen wij daar aan kwamen, en we deden nog gezellig een bakkie met elkaar. Ze vertelden dat ze die dag ervoor met de trein naar een verjaardag in het hoge noorden waren geweest. Op dat moment werden manlief en ik er gelijk aan herinnerd dat wij ook nog twee kaartjes hadden gereserveerd om een dag naar het zonnige zuiden af te reizen. Straalvergeten waren wij het alweer, toch mazzel dat zijn ouders over de trein begonnen. Spontaan besloten wij dan maar de volgende dag ons, naar het over het algemeen zonnige zuiden des lands, te laten vervoeren per trein. We zouden om kwart over acht de tram nemen naar het Centraal Station, en de trein van 09:00 uur nemen zodat wij om half twaalf in Maastricht zouden aankomen.

De volgende ochtend gaat het wekkertje inderdaad om zeven uur, maar aangezien we zo vroeg nog niet op ons best zijn, begint onze reis daar al enige vertraging op te lopen. Uiteindelijk stappen we om kwart voor tien in de tram die ons naar het CS zou gaan brengen. Ik zelf ben een kneus met het openbaar vervoer. Ik zit nog weleens in de goeie tram, de verkeerde kant op te gaan, dus ik ben blij dat ik manlief nu bij me heb die precies weet waar we moeten opstappen om het goeie eindpunt te bereiken. Eenmaal in de tram vraag ik manlief of hij de uitgeprinte treinkaartjes bij zich heeft. Hij antwoord dat hij hieraan gedacht heeft, gelukkig dat is geregeld bedenk ik me. Dan vraagt hij aan mij of ik mijn paspoort mee heb, die ik moet laten zien bij het uitgeprinte treinkaartje. Ik verschiet gelijk van kleur, shit, vergeten… die lag nog in mijn tas en die tas lag nog driehoog achter op de Albert Cuyp. En zo gebeurde het dat we bij de tweede halte uit moesten stappen en weer terug moesten trammen naar de Cuyp. Omdat manlief gewend is om drie trappen te lopen, klom hij naar boven, terwijl ik beneden op het terrasje van de bakker zat te wachten, en bedacht me dat de dag weer op zijn Mirjam’s was begonnen.

Ditmaal gewapend met kaartjes en paspoorten stapten we weer op de tram en begonnen we opnieuw onze spannende reis richting Maastricht. Jammer joh, een kilometer voor we bij het Centraal Station waren stond onze tram in de file. Werkelijk waar, doordat het Damrak helemaal open lag, moesten alle trams via de Nieuwezijds Voorburgwal het Centraal Station bereiken. We besloten om de laatste kilometer dan maar met de benenwagen voort te zetten.

Uiteindelijk stonden we om half elf hijgend op het perron te wachten op de trein richting Maastricht. Manlief bedacht om nog even naar beneden te lopen om de Metro te halen. Niet dat ondergrondse gevaarte waar je je ook mee kan verplaatsen, maar het krantje, zodat we tijdens de lange rit ons niet zouden vervelen. Terwijl ik sta te wachten komt er een trein het perron op rijden en ik zie aan de zijkant dat het de trein naar Nijmegen is. Als manlief weer naar boven komt staat er op het aankondigingsbord van de NS in grote letters Maastricht. Dus hij zegt dat we deze trein moeten hebben. Blond en goedgelovig volg ik hem braaf en gaan wij bovenin een luxe tweede klas coupé zitten. Zo slim zijn we nog wel om niet in een eerste klas coupé te gaan zitten.

Tien minuten vroeger dan gepland geeft de machinist gas en laten wij het Centraal Station achter ons, mooi dat de NS met ons meedenkt en we weer wat verloren tijd inhalen. Binnen in de coupé hangt een schermpje wat laat zien wat de volgende halte is en wat het eindstation is. Eindstation Nijmegen?? Pfff… gaat lekker zo… we zitten in de verkeerde trein, zo lukt het nooit om lekkere verse Limburgse vlaai te scoren.  Bij het eerst volgende station, het Amstelstation, stappen we al een beetje melig uit en wachten daar op de goede trein. Precies tien minuten later komt een lange trein binnen rijden waarop de zijkant wel Maastricht staat. Ik vraag aan manlief of het misschien verstandig is om in de middelste wagon in te stappen, want stel je voor dat het laatste deel van de trein los zou laten, dan kwamen we nog niet in Maastricht terecht. Lachend stapt manlief toch in het achterste deel en volgzaam als ik ben, loop ik braaf achter hem aan. We nestelen ons weer in een mooie tweede  klas coupé. We zitten tegenover elkaar zodat we beiden uit het raam kunnen kijken. Er zit een soort van plakrand aan de bovenkant van het raam waar we onderdoor moeten kijken. Beetje onhandig wel maar wat boeit ons dat nou, we vonden het al heel luxe dat we in zo’n mooie coupé zaten. De trein vertrekt van het Amstelstation en blij als tieners evalueren we hoever we al zijn gekomen… en we verheugen ons ook echt op die lekkere verse Limburgse vlaai.

Na een half uurtje ging de rugzak open omdat we trek hadden in een snoepje. Aangezien we best wel in een melige bui waren, lukte het ons niet om normaal die snoepjes te eten. Gierend van het lachen maken we foto’s van elkaar, om die op Facebook te plaatsen.
Zo laten we onze vriendjes ook een beetje meegenieten van onze spannende reis richting Limburgse vlaai. Onze wat zuur kijkende medereizigers ontkomen ook niet aan onze bulderende lachbuien.

We verbazen ons eigenlijk ook wel over de rust in de coupé, en worden steeds meliger.  We gedragen ons echt als een stelletje melige pubers en liggen in een deuk om de term Tienertoer.
Een kwartier voor we Eindhoven bereikten kwam er een aardige conductrice onze coupé binnen voor de kaartjes. Ze verteld ons dat we in Eindhoven een andere wagon van de trein moeten nemen, want de laatste wagon zou afgekoppeld worden. Manlief en ik schieten weer in de lach omdat ik eerder gezegd had dat het achterste wagon wel eens los zou kunnen raken onderweg. Terwijl we bulderen van de lach verteld de conductrice dat we in een stilte coupé zitten en of we daar een beetje rekening mee wilden houden, en ze verwijst naar de plakrand op het raam waar we steeds onderdoor moesten kijken en waar stiltecoupé op staat. Stiltecoupé? Nog nooit van gehoord. Ook nooit gezien dat er letters op de plakrand stonden. Braaf als tieners beloven we dat en proberen we onze lach in te houden. Tot het moment dat zij de coupé verlaat lukt het ons een beetje, maar zodra zij de deur achter zich sluit is het hek van de dam en kun je ons letterlijk op vegen. We  stikten zowat. Weet je hoe moeilijk het is om stil te zijn terwijl je de slappe lach hebt. Tien minuten hebben we geprobeerd om zonder geluid onze slappe lach onder controle te krijgen. Maar bij elke blik naar de beetje zuur kijkende mede passagiers zaten we weer te schudden. Eindelijk sporen wij gierend van het lachen Eindhoven binnen en kunnen we op het station onze buldergeluiden los laten in de vrije wereld. Krom van het lachen lopen we naar een wagon die wel doorgaat naar Maastricht. We kijken goed dat we niet weer in een stilte coupé belanden en nemen plaats in een coupé, waar het apart genoeg, best wel een stuk drukker en rumoeriger is, dan in de vorige coupé.

Om één uur sporen wij Maastricht binnen, we lunchen heel romantisch bij een Hema lunchroom naast het spoor. Daarvandaan konden we gelijk een andere trein nemen die ons naar Valkenburg zou brengen. Aangezien we beiden voor het laatst in de vorige eeuw in Valkenburg waren geweest, herkenden we helemaal niets toen we bij de uitgang van het stationnetje stonden. We keken elkaar aan met een blik van “en nu”?

We besloten een groep mensen te volgen in de hoop dat ze ook naar het gezellige centrum van het pittoreske Valkenburg zouden lopen. Onderweg werd het steeds donkerder zo midden op de dag, en we vreesden dat de hemel los zou barsten voor we in het centrum aan zouden komen. We bereikten droog een gezellig straatje met allemaal terrassen. Maar als we het straatje uitgelopen zijn en bij een soort van stadspoort staan, besluit de hemel om een zooitje nattigheid naar beneden te storten. De bui word echter al snel weer verdrongen door een stralend zonnetje, en we zoeken een terrasje op waar de stoelen door de obers snel droog zijn gemaakt. Als we net een biertje besteld hebben bedenken we ons dat we eigenlijk een vlaai zouden eten, maar dat smaakt niet zo bij bier. We spreken af dat we dat later op de middag gaan bestellen, in Maastricht, bij een bakkie koffie. Na een uurtje hebben we het eigenlijk wel gezien in Valkenburg, en zoeken een bushalte waar we de bus kunnen nemen die ons naar het station zal brengen, want we hadden geen idee hoe we zelfstandig het station terug konden vinden. We treinen weer terug naar Maastricht en als we daar het station uitlopen kijken we elkaar weer aan met een blik van “en nu”? Ook hier was manlief ooit in de vorige eeuw geweest en ik nog nooit, dus op goed geluk begonnen wij te lopen in de hoop niet ver van het centrum af te zijn. Manlief kon zich nog herinneren dat we een brug over moesten lopen om in het centrum te komen.
Op het moment dat we aan komen lopen, gaat de brug open. Mensen die ons kennen weten dat waar manlief op komt dagen bij een brug, dat die open gaat. Waarschijnlijk hebben alle brugwachters met elkaar afgesproken dat als die Rooie (manlief is roodharig) aankomt gooien we de brug open. Tenminste, wij denken dat ze dat hebben afgesproken, want in Nederland is er werkelijk waar geen brug die niet  opengaat als manlief in zicht komt!

Ook hier begon de lucht weer dreigend donker te worden, en net voor we bij een winkelstraat aankwamen melden de eerste voorzichtige druppels zich op onze luchtige zomerkleding. Wij waren immers met een strak zonnetje uit Amsterdam vertrokken en hadden het idee dat het in Limburg minstens net zo zonnig zou zijn. Voor de hemel weer volop leeg zou lopen bereikten we de V&D. Ik had nog panty’s nodig, en omdat we een V&D bon hadden wilde ik die daar halen. Een paraplu was ook geen overbodige luxe om te kopen en met ons waren er veel meer mensen die op hetzelfde idee waren gekomen. En zo stonden we deze dag voor de tweede keer in een file, maar nu bij de kassa. Ik vind het soms leuk om een caissière op het verkeerde been (leuke woordspeling) te zetten, en zei hardop tegen manlief, “zo schat, ben je blij met je nieuwe panty’s”? Ad-rem als hij is bevestigd hij dit, en we zien hoe de caissière met blozende wangen zenuwachtig de panty’s in een tasje probeert te krijgen. Tegen de tijd dat we weer buiten kwamen, konden we de paraplu gelijk opbergen in de rugzak, omdat het zonnetje al weer hoog aan de hemel stond te schijnen. Best raar weer daar in Limboland hoor.

We vonden het Vrijthof en settelen  ons op één van de vele terrassen, en omdat de vijf al in het uur zat, bestelde ik een rood wijntje, en manlief een biertje. We genoten heerlijk van het gezellige plein, van de drukte, en het feit dat we droog onder een verwarmd afdak zaten op een terras, want voor de derde keer brak de hemel open. Het was verstandig om voorlopig maar te blijven zitten en daar ook een lekker hapje te blijven eten want het zag ernaar uit dat de bui nu wat langer aan zou houden. Volgevreten van het heerlijke eten stappen we drie uur later op de bus die ons naar het station brengt. We verlangen weer naar onze eigen mooie stad, waar manlief blindelings de weg weet. De terugreis verloopt een stuk rustiger dan de heenreis. We letten goed op dat we nu helemaal volgens het spoorboekje in de goede coupé zitten en zonder al te rare fratsen Amsterdam bereiken. Als we in Amsterdam in de tram naar huis zitten valt het ons op dat het overal kurkdroog is. Eenmaal thuis op de Cuyp ploffen we moe op het bed van 1,20m breed. We praten nog wat na, en ineens beseffen we dat iets heel belangrijks vergeten zijn. We krijgen gelijk alweer de slappe lach, en beleven de reis weer opnieuw. En als ik zeg slappe lach, dan bedoel ik ook de slappe lach. Als de één weer een beetje op adem was gekomen, begon de ander weer en andersom.  Na drie kwartier alleen maar lachen moesten we toch maar gaan slapen. Uiteindelijk besloot manlief die expres al met zijn rug naar me toe lag, zijn neus dicht te knijpen om maar niet te laten merken aan mij dat ook hij nog steeds lol had.

Echt iets voor ons om een dagje speciaal naar Limburg te treinen om heerlijke verse vlaai te gaan eten en er dan bij thuiskomst achter komen dat we van alles gedaan hebben, van alles gedronken en gegeten hebben, behalve dat stukkie vlaai!

Mirjam Meintjens - Hogervorst:
Related Post