Vorig jaar mei werd ons gezin uitgebreid met Kenny. Het enige rode katertje van het nestje, en volgens zeggen ook de meest ondernemende en het ondeugendste katje. Dat was echt wel een katje voor ons, we houden wel van wat minder braaf. Maar Kenny bleek toch niet echt een ondeugend katje te zijn. Hij is eerder een beetje bangerig. Wat heel apart aan Kenny is, zijn de grote pupillen van hem. Die staan de hele dag op standje XTC. Hij kijkt je dan echt aan met zo’n “dat was een lekker pilletje” blik. Dat hij voor de rest niks aan zijn ogen mankeert bleek wel, doordat hij voor ons bijna niet waar te nemen vliegjes op het pas geplakte behang zag zitten. Met uitgestoken nageltjes sprong hij dan tegen het behang aan, wat deze aanvallen van Kenny niet kon winnen, en tot gevolg had dat de stukjes behang erbij hingen. Om dat denk ik te verdoezelen trok hij dan met zijn bekkie de losse stukjes van de muur. Bijna alle muren in huis heeft hij in het eerste jaar wel besprongen en hebben wij het aankomende jaar wel wat te doen om het allemaal weer netjes te krijgen. Over het algemeen is Kenny een rustige en bijna saaie kater. Hij lag uren te slapen, en wilde wel stoeien met ons als hij wakker was. We gaven hem speeltjes waar hij dan even mee speelde om dan vervolgens weer lekker in een diepe slaap te vallen. Het eerste jaar dat hij de kerstboom hier in huis zag staan vond hij de glimmende ballen totaal niet interessant en liet ze dan ook met rust. Hij lag er liever onderop het kleedje te slapen, waar hij lekker met rust gelaten werd. Hij kijkt vanaf het begin letterlijk de kat van onderuit de (kerst)boom.
We probeerden hem wel eens te verleiden met een vers stukje kip of vis, maar hij haalde zijn neus ervoor op. Hij eet alleen maar zijn eigen brokken, wat wij ook niet erg vinden want niets ergers dan een kat die bietst. Hij wil bijna nooit bij ons zitten, hij komt wel naar je toe als je op een eetkamerstoel zit, tikt je dan aan of hij wil zeggen, “hooman, wil je me even aaien”? En op het moment dat je hem dan wil aaien en aandacht geeft, loopt die weg. Beetje vreemde, bijna autistische reactie wel. Ook als hij op de rugleuning van de stoel lag te slapen, en je ging op de stoel zitten, dan stond hij op en liep weg. Zodra je naar de keuken liep, schuurde hij stevig met zijn koppie tegen je benen aan, en als je hem dan wilde aaien, dan liep hij van je weg. Op het moment dat je je dan omdraaide om van hem weg te lopen, zag hij je kuiten als speelgoed, en viel hij ze met 4 poten tegelijk aan.
Iedere nacht moet ik wel een paar keer naar de wc. Ik doe dan liever het licht niet aan, want ik zou dan zomaar echt wakker kunnen worden. In Kenny zijn “spring in je kuiten” periode zat hij dan in het donker te loeren naar me, om mij vervolgens aan te willen vallen als ik klaar was op de wc. Ik moest dan een sprintje trekken naar de slaapkamer, en snel op het bed springen en het dekbed over mij heen gooien voordat Kenny mijn kuiten weer te pakken kreeg. Ook de kuiten van manlief en de kids waren niet meer veilig voor hem. Hij wilde dan wel met je spelen. De aanvallen op onze kuiten werden met de dag erger. Het viel mij steeds meer op dat hij ons zag als leuk stoei en aanval materiaal. Hij was niet fel of vals in zijn aanvallen, maar als je dagelijks onverwachts een kat in je kuiten hebt hangen word je daar niet echt vrolijk van.
Ik had het gevoel dat Kenny een soortgenootje miste. Ik had al vaker aan manlief aangegeven dat een katje erbij wel leuk zou zijn voor Kenny (en stiekem ook voor mezelf natuurlijk). Na enig aandringen bij manlief ging hij overstag, nadat ik beloofd had dat ik dan ook de kattenbak dagelijks zou leegscheppen. Ik ging direct op zoek op internet, en vond een katertje in Barneveld die direct het nest mocht verlaten. Zijn broertjes en zusjes waren de zaterdag ervoor al door hun nieuwe baasjes opgehaald. Het was op een maandag dat manlief uit zijn werk kwam en ik hem mededeelde dat we dit leuke katertje dezelfde avond al op mochten halen. Wat ben ik toch blij met mijn lieve en flexibele schatje, die het toch ook wel heel leuk vond dat we weer gezinsuitbreiding zouden krijgen. Na het eten reden wij enthousiast richting Barneveld, waar wij Archibald aantroffen in een riante villa in een luxe buurt. We hadden bijna medelijden met hem dat hij zo jong al een zo’n grote cultuurschok te verwerken zou krijgen. Van een villa naar een flat op vijf hoog, van kakker naar Amsterdams schoffie, van Archibald naar Arie.
We hadden Kenny natuurlijk al verteld dat we een broertje voor hem gingen halen, en Arie bereidden we in de auto voor op een grotere broer die thuis op hem zat te wachten. Uiteraard zat Kenny niet echt te wachten toen we met Arie thuiskwamen, die lag gewoon op de stoel te snurken. Hij vond het maar raar dat er ineens zo’n kleine snotneus in zijn territorium rond begon te lopen. Kenny probeerde te blazen, dat zag je aan hem, maar dat kon je niet horen, want Kenny weet namelijk niet hoe hij er geluid bij moet krijgen als hij blaast. Dat heeft hij namelijk nooit gekund. Arie blies, gromde en blies nog harder terug, en dat maakte wel indruk op Kenny. Uiteindelijk heeft het gedraai om elkaar heen maar twee dagen geduurd. Vanaf het moment dat ze elkaar volledig accepteerden zijn het dikke vrienden geworden.
Als wij in bad gaan, vind Arie het bad reuze interessant. Vaak zit hij op het randje nieuwsgierig naar het schuim te kijken en soms denk ik dat hij er zo in wil springen. Ik zie het echt nog wel een keer gebeuren dat Arie in een vol bad als een professionele schoonspringer het bad sierlijk in wil duiken. Ik hoop niet dat ik dan degene ben die in bad zit, ik ben bang dat het natte water hem enigszins laat schrikken en hij in blinde paniek het bad wil verlaten. Zoals beloofd aan manlief schep ik dagelijks de uitwerpselen die de beiden jongens netjes in de bak achterlaten uit de kattenbak. Iedere dag weet Arie dan niet hoe snel hij naar de bak moet hollen, en zodra ik het deksel dan losmaak van de bak stapt hij stoer de bak in om vervolgens eerst boodschap nummer één te doen. Hij begraaft dan netjes zijn afval, en als ik dan verder wil gaan met leegscheppen, gaat hij nog stoerder boodschap nummer twee zitten te kleien. En bedankt Arie, altijd fijn zo op mijn nuchtere maag.