X
    Categories: blog

De Nijmeegse vierdaagse

Nijmeegse vierdaagse

Al jaren genieten manlief en ik van de televisiebeelden van de vierdaagse.
De mooiste verhalen hoor je van de stoere lopers, en de reden waarom ze zijn gaan lopen. Met vaak de tranen in mijn ogen leef ik mee als ik zo’n verhaal heb gehoord. De vierdaagse kijken is voor mij dus een achtbaan van emoties. Ik jank wat af, maar vaak lig ik in een scheur als ik zie hoe sommige mensen zich toetakelen om misschien wel een keer op de landelijke televisie in beeld te mogen komen. Als ze dan op de laatste dag eindelijk de Via Gladiola op komen huppelen, strompelen of kruipen zie je de mooiste creaties door het beeld heenkomen. Jong, oud, knap, lelijk, dik en dun, het loopt allemaal mee, maar ze zijn ook allemaal gelijk. Ze hebben namelijk allemaal één ding gemeen, ze zijn allemaal een beetje gek om mee te doen. En dat moet je ook zijn, want zo te horen is het een superzware tocht. Ze hebben allemaal het welbekende vierdaagse virus te pakken.

Al die jaren dat we naar de televisieverslagen van de vierdaagse kijken, denk ik stiekem dat ik ook wel eens mee wil gaan lopen, gewoon om de sfeer te proeven en om echt eens iets te presteren in mijn leven. Ik ben namelijk voor het gemak geboren en dit is wel de ultieme uitdaging. Ik had het nooit hardop gezegd tegen manlief, bang om uitgelachen te worden door hem. Ik ben namelijk zo’n type dat als we ergens naartoe gaan, of boodschappen gaan doen, ik graag pal voor de deur wil uitstappen om maar niet zo ver te hoeven lopen. Stel je voor dat ik hardop zou zeggen dat ik met de vierdaagse wil meelopen. Hij zou echt aan de beademing moeten van het lachen. Dus ik hield mijn mond wel, als ik al die glunderende helden de Via Gladiola zag betreden om vervolgens vol trots hun kruisje op te kunnen halen. Tot afgelopen jaar. We zaten hangend op de bank te kijken, met een rood wijntje voor mijn neus en voor ik het wist kwam het hoge woord eruit. Ik wachtte tot manlief mij keihard uit zou gaan lachen, maar tot mijn schrik zei hij, Oke, we gaan het doen! In plaats van dat hij zat te stikken van het lachen, verslikte ik me bijna in mijn rode wijn. Eenmaal bijgekomen van de schrik en erover pratend werden wij beide steeds enthousiaster en namen ons voor om dan wel gelijk te gaan beginnen met lopen de zondag na de vierdaagse, want je kan maar alvast wat kilometers in je benen hebben zitten voor de inschrijving begint. Het werd zondag, en manlief begon mij aan te sporen, want we moesten wel gaan lopen. Het zonnetje scheen, dus gewapend in mijn beste gympen daalde wij de via de lift van vijf hoog naar beneden. Ik vond het te overdreven om nu ook ineens de trap naar beneden te lopen. Ik moest tenslotte ook nog een stuk wandelen. En daar gingen we, we hadden ons rookwerk thuisgelaten, want je loopt echt wel voor schut met een peuk in je hand als je serieus wil gaan wandelen. Om een lang verhaal kort te maken, een uur later zaten we thuis op ons balkonnetje na te hijgen onder het genot van een gele rakker en een peukie. Trots als een pauw was ik, zie je wel, we gaan gewoon de vierdaagse doen. Omdat manlief mij een beetje kent vond hij het nog iets te vroeg om echte wandelschoenen te kopen, eerst maar ff oefenen en trainen op mijn gympen vond hij. Om toch alvast een beetje beter voor de dag te komen de volgende keer dat we zouden gaan wandelen, kocht ik wel echte wandelsokken. En dat had ik gewoon niet moeten doen, zo’n impulsieve aankoop. Ik kan namelijk heel opgetogen zijn over iets, en wil dan meteen van alles kopen wat we dan nodig zouden kunnen hebben. En als ik het dan eenmaal gekocht heb, dan gebeurd er niks meer mee. Zo ook met de wandelsokken, ze bleven nieuw in de kast liggen. Als manlief voorstelde dat we toch echt moesten gaan oefenen met lopen dan vond ik het te hard waaien, te nat, te koud, te warm, en kreeg hij mij echt niet meer over de drempel heen om naar buiten te gaan. Ik zat in die tijd ook niet echt lekker in mijn, komt die alweer, goddelijk velletje. Dat vrat energie en ik kon mij er echt niet toe zetten om in actie te komen. Als het nou vet had gevreten, dan had ik naast een goddelijk lichaam ook nog een slank lichaam kunnen hebben, maar helaas, zo werkte dat niet bij mij. De drang om met de vierdaagse mee te doen dit jaar verdween hierdoor naar de achtergrond. De sokken werden gebruikt om mijn voeten in bed warm te houden, om zo krampen te voorkomen, waar ik bijna iedere nacht door overvallen werd.

Nou wil het geval dat hele goede vrienden van ons, laten we ze nu met al dat privacy gedoe Johnny en Anita noemen tijdens dit verhaal, ook de vierdaagse al jaren volgen op tv. Zij hadden net als ons het idee opgevat om de vierdaagse te willen gaan lopen. Dus zij gingen gelijk na de vorige vierdaagse aan het trainen, terwijl er later pas ingeschreven kon worden. Bijna ieder weekend gingen ze aan de wandel, en ook een aantal doordeweekse avonden moesten eraan geloven, zelfs na een lange dag werken. En toen kwam de inschrijving en werd het spannend of ze ingeloot zouden worden. En ja hoor, ze kregen het bericht dat ze mee mochten gaan lopen. Dus echte wandelschoenen werden aangeschaft, en natuurlijk ook de wandelsokken, een linkse en een rechtse uiteraard. Zelfs daar zit verschil in namelijk, dus doe ze niet andersom aan. De vierdaagse kwam steeds dichterbij, en werd er nog van alles geregeld. Van caravan, camping, tot speciale kleding met hun namen erop. Vrijdags voor de vierdaagse togen ze vol goede moed richting Nijmegen en installeerden zich op een mooie plek op de camping. Anita is een nuchtere West-Friese, en het tegenover gestelde van Johnny, die een pietsie drukker is, en origineel uit Utrecht komt. Terwijl Anita rustig voor hun caravan af kon wachten tot het tijd was om hun startbewijs op te halen, was Johnny in alle staten. Johnny stuiterde letterlijk de hele camping over niet wetend wat er allemaal ging gebeuren. Omdat hij wel heel leuk is, en ontzettend adrem, was hij ook wel gelijk de gangmaker op de camping. Camping gasten vroegen wel aan Anita hoe ze het uit kon houden met deze stuiterbal. Lachend zei Anita dan op een nuchtere manier, dat ze het prima uit kon houden. En dat ze wel zeker wist dat als hij jonger had geweest dat hij echt wel een stempeltje gekregen zou hebben. Maandagnacht kon hij niet echt goed slapen want hij vond het allemaal maar spannend wat er ging gebeuren. Om kwart over drie in de nacht zat hij dan eindelijk aan de koffie, klaar voor de grote start die ochtend om vijf uur. Hij is letterlijk stuiterend van start gegaan, maar dat was na de eerste dag wel een beetje getemperd.

Manlief en ik waren nog nooit echt bij de vierdaagse live gaan kijken, maar nu hadden we een goede reden om onze neus te laten zien. Ondanks dat we nog meer vrienden hebben die jaarlijks meelopen waren we er niet eerder geweest. Een jeugdvriend van manlief loopt al jaren met defensie mee in zijn soldatenpakkie, en zijn vriendin, ook in soldatenpakkie loopt ook al een aantal jaar mee. Ook een andere goede vriendin van ons loopt de vierdaagse ook al jaren in een politiepakkie, maar die was dit jaar op vakantie. Toch kwamen we niet eerder op het idee om eens een keer naar Nijmegen te gaan. We dachten er pas aan als de vierdaagse begonnen was, en dan was het voor manlief te laat om nog vrij te nemen om een dagje te gaan kijken. Maar dit jaar kwamen we op het voor ons geweldige idee, dat manlief nu maar eens ruim van te voren vrij ging vragen. We hebben er echt over nagedacht welke dag we dan zouden gaan. We besloten om de roze woensdag te gaan, want op de tweede dag was de kans wel groot dat Johnny en Anita nog wel zouden lopen na hun intensieve training van een jaar. Anita was de eerste dag geëindigd met zes blaren en Johnny had het gered zonder blaren. Op de camping was er gelukkig een jonge blaren prikker, dus Anita liet zich na deze eerste dag verzorgen aan haar blaren, zodat ze de volgende dag gewoon keer kon starten. Naast een nuchtere West-Friese is Anita ook een taaie, dus geen denken aan dat ze op zou geven.

Voor ons dus een goede reden om woensdag Johnny en Anita te komen aanmoedigen ergens langs de route. Woensdagochtend stond ons wekkertje om zeven uur, want we wilden wel een beetje op tijd langs de route zitten. De avond ervoor hadden wij al een beetje uitgezocht wat een tactische plek zou zijn en waar alle lopers langs zouden komen. Om acht uur reden wij weg vanuit Amsterdam. Twee tuinstoelen achterin met een koelbox, want ik wilde natuurlijk wel goed kunnen zitten tijdens het kijken naar al die lopers. Om half tien kwamen we aan op een industrieterrein waar we onze auto op drie minuten lopen van het parcours konden parkeren. Ook deze keer gold natuurlijk weer dat ik vooral niet te ver hoefde te lopen naar het plekje waar we wilden gaan zitten. We pikten gelijk het eerste de beste plekje in waar we onze stoelen konden stallen. Manlief moest nog ff de koelbox uit de auto pakken, en dan kon hij er ook gezellig bij komen zitten. En toen zaten Jut en Jul eindelijk. Manlief in een babyroze shirt, stond wel goed bij zijn rossige haardos en ik in een fuchsia gekleurd hemdje zodat ik er nog bruiner uitzag. We hadden een plek tegenover een muziekbox, dus de sfeer zat er gelijk al in zo op de vroege ochtend. We merkten gelijk al dat de lopers het wel gezellig vonden en het waardeerden dat er mensen langs de kant zaten. De meeste begonnen ons een goedemorgen te wensen, en al snel stond, ja je leest het goed, stond ik langs de kant om al die mensen voor te zijn, en een goedemorgen te wensen en stond ik ze toe te juichen. Manlief heeft een zwak voor een vrouwelijke hockeyploeg en heeft daar zijn fantasieën over. Helaas voor hem liepen die niet mee, maar ik daarentegen heb een zwak voor mannen in uniform en kon nu mijn lol op zo staand langs al die voorbij marcherende stoere mannen in hun leger en politiepakken. Ik bleef goeiemorgen, goodmorning en bonjour roepen, en vervolgens kreeg ik dan van een heel bataljon leuke reacties terug. Manlief zat nog heerlijk achterover geleund in zijn stoel, en kon er alleen maar om lachen dat zijn stuiterbal daar mensen stond te motiveren om tijdens het lopen op de muziek met hun armen in de lucht te gaan lopen. Ik werd zelfs zo enthousiast dat ik ook nog jump jump begon te roepen op het ritme van de muziek die uit de box schalde. Tja, dat was een beetje overdreven tegen al die wandelaars die op dat moment al ruim twintig kilometer in de kuiten hadden zitten. Terwijl we daar zaten hadden andere vrienden van ons, die ook bevriend waren met Johnny en Anita, contact met ons opgenomen dat ze ook bijna bij Nijmegen waren. Laten we deze vrienden in het belang van de privacywet Henk en Ingrid noemen. Henk en Ingrid wilden weten waar wij zaten dan zouden ze gezellig bij ons komen zitten. Om half twaalf sloten Henk en Ingrid zich bij ons aan. Henk, liefkozend door zijn vrienden meestal Hendrik-Jan de stuntman genoemd, is een beetje stuntelig af en toe, en was die week ervoor onderuit gegleden met de fiets, tijdens een klein pisbuitje wat je niet eens regen kon noemen. Terwijl hij de grond begroette tijdens zijn val, scheurde hij zijn schouderblad, en kneusde hij een paar ribben. Het fietsstuur belande in zijn lies, maar ondanks al die ongemakken wilden Henk en Ingrid toch ook graag de onwijs gezellige sfeer proeven en Johnny en Anita aanmoedigen. Om twaalf uur zagen we eindelijk Johnny en Anita in een knalroze shirt met hun naam erop aan komen lopen. Dat was echt een super bijzonder moment, vooral voor Johnny en Anita. We merkten dat het ze zo ontzettend goed deed dat wij daar stonden om ze een hart onder de riem te steken. En ze aan te moedigen dat ze zo ontzettend stoer waren dat ze op hun leeftijd, midden vijftigers, voor het eerst de vierdaagse aan het lopen waren. Uiteraard konden ze ook even uitrusten op onze stoelen terwijl de verhalen kwamen van hun belevenissen van de afgelopen dagen op de camping en tijdens het lopen. We lagen alweer in een deuk van hun verhalen. Uiteindelijk wilden ze toch weer verder, omdat ze op een redelijke tijd de finish wilden halen. Tien minuten nadat Johnny en Anita weer door waren gelopen, pakten wij ook onze spullen op om naar Nijmegen te gaan. Henk en Ingrid volgden ons naar een P&R, waar we een bus naar het feestgedruis zouden nemen. Het viel niet mee om de juiste bus te vinden die ons daar naartoe kon brengen, toch lukte het ons. De bus leverde ons af bij het treinstation en daarvandaan moesten we ruim een kilometer lopen naar de finish. Pff, had ik weer, moest ik nog een héél eind lopen. En ik stond ook nog eens op klappen, ik moest echt nodig boven een toilet hangen. Gelukkig vonden we na ruim een halve kilometer lopen een Mc Donald waar ik eindelijk boodschap nummer één kon gaan doen. Maar dat plasje plegen koste wel vijftig cent, en dat hadden manlief en ik niet los in onze portemonnee zitten. We vroegen of we dan die vijftig cent bij onze bestelling bij mochten pinnen, maar dat was niet mogelijk. Ondertussen stond ik al behoorlijk te wiebelen op mijn benen omdat ik echt op springen stond. Uiteindelijk konden we een bakje mayo bestellen, en die zouden we dan niet nemen, maar dan kreeg ik toch vijftig cent uit de kassa. Loop ik uiteindelijk met een ,voor mij doen, noodgang naar boven, kom ik Ingrid tegen. Ingrid had niet door dat we zo druk bezig waren geweest om kleingeld los te krijgen dus zij was gewoon naar boven gelopen. Bleek dat zij genoeg wisselgeld bij zich had. Wat een mutsen he, maar zo zijn wij, en daar kunnen we beiden niks aan doen. Nadat ik eindelijk een stuk lichter weer naar beneden was gelopen schoven we ff snel twee kleine hamburgers naar binnen, zodat we weer energie hadden om de laatste halve kilometer af te leggen. Daar aangekomen besloten we om een tijdje op een tribune te gaan zitten, om uit te rusten en om de binnenkomers te steunen die nog maar een meter of vijftig hoefden te lopen op deze tweede dag. Ineens hoor ik manlief heel hard fluiten, kwam er ook nog een harde brul erachteraan, van schrik vloog ik bijna de tribune af. Bleek dat hij zijn jeugdvriend die voor de twaalfde keer meeliep, met vriendin in hun legerpak voorbij zag lopen. We zaten hoog dus konden niet anders dan naar elkaar te zwaaien en handkusjes geven. Was ook echt leuk om hun nu een keer binnen te zien komen. Na een tijdje waren onze handen blauw van het klappen voor de binnenkomers, behalve die van Henk, die had een goed excuus om niet te hoeven klappen, met zijn arm in zo’n hijsding.

Volgens onze berekeningen kon het ook niet lang meer duren voordat Johnny en Anita de finish zouden naderen. Het werd ook hoog tijd om tijdens dit warme weer een biertje te bestellen, dus sierlijk als ik ben toog ik van de tribune naar beneden, en was blij dat ik weer met beide benen op vaste grond stond. Al snel kwam er een bankje bij de biertafels vrij, eindelijk weer een zitplaats. We hadden het heel gezellig met Henk en Ingrid en voor we het wisten was het echt tijd geworden om langs de kant te gaan staan om Johnny en Anita te zien binnenkomen. Half vier was het moment dat ze beiden binnen kwamen lopen. Wat een prestatie van deze bikkels, ze hadden het weer gered. Al snel konden zij zich bij ons voegen en kwamen de verhalen echt los. Uiteraard onder het genot van de gele rakkers, behalve Henk, want die mocht geen alcohol in verband met zijn pijnstillers. Ook Ingrid sloeg het bier over, zij is namelijk onder hypnose, en dat zorgt ervoor dat ze af gaat vallen. Ze had namelijk net zo’n goddelijk figuurtje als ik, en was nu toch al twaalf kilo kwijt in een korte tijd. Ik volg het gebiologeerd, wie weet ga ik ook nog eens een keer onder hypnose, leuk voor een nieuwe blog, dus word misschien vervolgd.
Johnny en Anita vonden het echt geweldig dat wij met zijn vieren de moeite hadden genomen om ze aan te komen moedigen. Nadat we een uurtje hadden genoten van de feest sfeer, en alle dweilorkesten zowel loslopend als boven bij ons op de tafel in onze oren stonden te tetteren, werd het tijd om de laatste binnenkomers van die dag aan te moedigen. Dat was zo geweldig om mee te maken, wat een drukte langs de kanten om al die volhouders naar binnen te juichen. We namen aan dat de lopers die laatste stappen door het gejuich van ons op vleugels de finish bereikten. Maar volgens Johnny waren er echt geen vleugels, ze moesten toch echt zelf die stappen maken. Om vijf uur was het klaar en wie nu nog binnenkwam lag eruit. Johnny en Anita vonden het ook wel genoeg geweest, en wilden graag naar de camping. Anita om haar zes blaren te laten verzorgen, en Johnny voor zijn massage zonder happy end.

We namen afscheid van Johnny en Anita, en keken ze nog ff na toen ze naar hun fietsen liepen. We hadden ze wel eens soepeler zien lopen, je zou ze nu eerder een rollator cadeau doen. Wij besloten om samen met Henk en Ingrid een stukkie terug te lopen richting centraal station. We waren op de heenweg een pizzeria tegen gekomen, het leek ons wel lekker om daar op het terras wat te gaan eten. Zo gezegd, zo gedaan. Manlief en ik gingen voor een pizza, Henk twijfelde nog want pizza eten met één hand was wel een beetje lastig. Uiteindelijk ging hij toch voor een voorgesneden pizza. Ingrid ging voor pasta, maar omdat ze onder hypnose was kreeg ze niet eens de helft van haar bordje leeg. (hmm, ik begin steeds meer te denken aan die hypnose) Terwijl de andere drie aan het fris zaten, manlief had eerder ook maar twee biertjes op, zat ik te genieten aan een grote volle plastic beker rode wijn. Na al die biertjes eerder, geeft wijn op bier veel plezier, en ik begon het best al een beetje te voelen. Nadat we klaar waren met eten stonden de volgende gasten al letterlijk in ons nek te hijgen. We besloten dat we lekker naar huis wilden. Het laatste stukje richting station liep trouwens best lekker als je een beetje licht in je hoofd bent. Voor ik het door had stonden we alweer bij de bus. Tenminste, ik was ergens op een trap gaan zitten, en liet de andere drie die bleven staan om uit te zoeken welke bus we moesten nemen naar onze auto. Al snel kwam onze bus waar nog genoeg zitplaatsen vrij waren. Henk en Ingrid gingen direct achter de chauffeur zitten, en wij liepen iets verder naar de eerste beste zitplaats. Tussen Henk en Ingrid en ons in, was zo’n vier persoons zitplaats waar een loopster in een voor haar achteruitstand zat. Manlief en ik raakten al snel aan de praat met haar. Zij had de vijftig kilometer en de nodige biertjes in haar benen. Andere passagiers mengden zich ook in ons gesprek, terwijl Henk en Ingrid recht voor zich uit bleven kijken, maar wel het gesprek konden volgen. De enigste keer dat ik ze zag schudden van de lach, was toen ik hardop zei dat ik de vierdaagse ook wel eens een keer wilde gaan lopen. Rare mensen, die Henk en Ingrid, viel er wat te lachen dat ik dat zei? Ook in de bus voelde ik die speciale vierdaagse sfeer. Normaal zit iedereen in het OV op zijn telefoon of recht voor zich uit te staren, hier zaten we gewoon gezellig met wildvreemde mensen te praten. Voor we het doorhadden werden wij afgezet vlakbij onze auto, die stond echt bijna naast de bushalte, uiteraard in het kader dat ik graag voor de deur geparkeerd sta en niet te ver wil lopen. We namen afscheid van Henk en Ingrid, en bedankten ze voor de onwijs gezellige dag. Uitgeput stapten we in onze auto, ik was blij dat ik weer lekker kon zitten. Onder de indruk van alles wat we deze dag hadden meegemaakt kwamen we ook uitgeput thuis, tenminste ik was kapot. Weet je hoe vermoeiend het is om de hele dag vierdaagse lopers aan te moedigen? Echt leuk om te doen, en om die speciale vierdaagse sfeer te proeven, maar doodvermoeiend. Johnny en Anita moesten nog twee dagen lopen, en donderdag was de bekende zeven heuvelen route. We bleven ze uiteraard volgen vanaf ons balkonnetje, en moedigden ze vanuit onze tuinstoelen aan. Want de zeven heuvelen dat is echt wel zwaar begrepen we van ze. Niet alleen lichamelijk, ook geestelijk. Zelfs de nuchtere Anita kwam zichzelf tegen op de zeven heuvelen. Ook Johnny schrok zich rot, toen hij zichzelf tegenkwam, dat zijn de woorden van hemzelf hoor, wij zijn het wel gewend dat hij door het leven stuitert. Het was ook de dag dat hij zijn eerste blaar tegenkwam. Maar ook deze derde dag volbrachten Johnny en Anita deze barre tocht.

Met zes blaren bij Anita en één blaar bij Johnny begonnen ze weer vroeg aan de laatste dag. Ik had hier thuis een laptop aanstaan en volgde op de livestream de laatste dag van ons aller Frits Wester. Zijn naam mag denk ik wel genoemd worden, hij is immers al een BN’er. Op het grote scherm van de televisie volgde ik alle beelden van TV Gelderland, in de hoop om ergens onderweg een glimp van Johnny en Anita op te kunnen vangen. Op de groep Whatsapp werden wij tussendoor op de hoogte gehouden over het verloop van hun tocht. Ik zat met mijn telefoon klaar om een foto te maken voor het geval ze in beeld zouden komen bij TV Gelderland. Hoe groot is die kans als je ruim veertigduizend mensen langs ziet lopen? Maar het wonder geschiedde, ze liepen in Cuijk volop met zijn tweeën door het beeld heen. Foto is een beetje wazig, maar ik heb hem. En toen werd het stil, héél stil. We probeerden allemaal een reactie te krijgen via Whatsapp, maar wat we ook riepen, het bleef eng stil. Frits was allang gefinisht en ik had tijdens het volgen een beetje berekend dat ze een uur achter liepen op Frits. Maar het was nu al twee uur later en nog hadden we niks van Johnny en Anita gehoord. Onze vriendengroep en ik begonnen het steeds spannender te vinden. Misschien had Johnny er wel een tweede blaar bijgekregen en wilde hij niet meer verder, en moest Anita hemel en aarde bewegen om toch maar door te lopen omdat ze toch bijna bij de finish waren? Waren ze blijven hangen bij een gezellige biertent? Want dat kunnen mensen uit West-Friesland wel, die spugen echt niet in hun bier. Er speelden zich allerlei scenario’s af in mijn hoofd en de klok tikte verder en verder. En toen kwam er leven, ze appten een foto waar Johnny met zijn kruis op zijn voorhoofd stond afgebeeld. Gelukkig, half 5 en ze waren eindelijk binnen, en hadden hun eerste van misschien wel een hele reeks kruisjes binnen. Het bleek dat er een file van lopers was op de Via Gladiola was, ze konden gewoon niet harder lopen, en moesten mee in het tempo van hun voorgangers, die de boel nog wel eens ophielden als ze bekenden tussen de toeschouwers zagen staan. Het was wel één groot feest op de Via Gladiola volgens Johnny en Anita, maar ze waren ook ontzettend blij, trots en opgelucht dat ze eindelijk over de finish streep konden strompelen. Wat een helden zijn het, ik ben zo trots op deze twee kanjers, dat kruisje nemen ze hen niet meer af, nummer één is binnen. Gefeliciteerd Bikkels, ik werd al moe van het kijken en aanmoedigen. Aan de andere kant, tijdens het kijken naar de binnenkomers op deze laatste dag, en al die mooie verhalen die erbij horen, begint het bij mij toch ook weer te kriebelen. Misschien ga ik toch weer trainen voor volgend jaar, de sokken heb ik al!

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe blogs, kun je mijn facebookpagina volgen, of je abonneren op mijn blog met je emailadres bovenaan deze pagina.

Mirjam Meintjens - Hogervorst:
Related Post